Beschrijving
Jan Claesz Rietschoof toonde al vroeg talent voor tekenen en schilderen. De biograaf van de schilder, Houbraken, meldt dat de kunstenaar op veertienjarige leeftijd leerling werd van Abraham Liedst, een plaatselijke portretschilder, en later van de beroemde Amsterdamse zeegezichtschilder Ludolf Backhuysen. Houbraken schrijft ook dat Rietschoof de aanpak van zijn meester volgde en dat Rietschoofs meesterwerken regelmatig aan Ludolf Backhuysen werden toegeschreven.
Rietschoof signeerde zijn werken niet, of als hij dat deed, was het met het monogram JRC, dat gemakkelijk kon worden uitgewist. Daarom werden in het verleden veel van zijn schilderijen toegeschreven aan zijn meester Backhuysen of aan collega’s of leerlingen die zijn stijl imiteerden. Pas in de laatste decennia is het aantal werken dat om stilistische redenen aan Rietschoof wordt toegeschreven toegenomen en is deze meester uit de schaduw van zijn soms betere collega’s getreden. Rietschoof bleef tot op hoge leeftijd een succesvol schilder en behoorde in 1697 tot de ongeveer tweehonderd ‘voorname’ en rijkste inwoners van Hoorn.