Johannes Hermanus Koekkoek werkte in de eerste decennia van de 19e eeuw als meestertekenaar in Middelburg, in welke hoedanigheid hij een hele generatie lokale kunstenaars heeft opgeleid. Onder hen zijn naast zijn vier zonen Barend Cornelis, Marinus Adrianus, Johannes en Hermanus ook de broers Johannes Cornelis en Lodewijk Haccou en Cornelis Schimmel. Catalogi uit die tijd vermeldden regelmatig tekeningen en aquarellen van J.H. Koekkoek. Toch komen zijn tekeningen zelden voor op de kunstmarkt en ook in archieven kunnen ze slechts in een bescheiden aantal genoemd worden.

De catalogus van de collectie E.P. Cremer noemde in kavel 6 een aquarel die erg lijkt op de beschrijving van het gepresenteerde werk hier: ‘In deze uitvoerige en krachtige teekening ontwaart men, op een dijk, een viertal schippersgasten, welke met aandacht en belangstelling uitzien naar een hen in een hevige windvlaag voorbij zeilend sprietschip, terwijl zich een ‘Eene fraaije onstuimige lucht, zoowel als de dunheid en natuurlijkhied des waters, en de meesterlijke behandeling, doen eene uitmuntende uitwerking; in dito (sapverwen) geteekend, door J.H Koekkoek, 1824’.